Hoe kunnen we ouderen verleiden te verhuizen?

Terugblik op de Expert meeting ‘Hoe kunnen we ouderen verleiden te verhuizen?’ georganiseerd door Stijlvol Ouder op Provada 2015. 

Onder leiding van Tromp Bakker (M.C.F.) discussieerde Marnix Norder, voorzitter Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen, met Jeroen Kingma, directeur Vitaal ZorgVast (Koninklijke BAM) en Eric Borggreve, manager Wonen & Zorg Vestia.

“Als je ouderen wilt verleiden om te verhuizen naar een geschiktere woning, het liefst in de eigen wijk, zal je ook moeten zorgen voor welzijnsvoorzieningen in die wijk. Het grote knelpunt in de transitie ‘het scheiden van wonen en zorg’ zit in welzijn”, stelt Marnix Norder, voorzitter van het door het kabinet ingestelde Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen. “Wie daarvoor moet zorgen is de gemeente. Die is voor de volle honderd procent verantwoordelijk voor het welzijn van zijn burgers.”

Door: Marinus Dijkman, hoofdredacteur Stijlvol Ouder

“Waarom is het zo belangrijk om ouderen te verleiden om te verhuizen?”, vraagt Tromp Bakker aan het panel.

Marnix Norder, voorzitter van het door het kabinet aangestelde ‘Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen’

Marnix Norder is er helder over waarom het belangrijk is dat ouderen verhuizen: “Ten eerste: er is leegstand in oude verzorgingshuizen/- bejaardenhuizen en dat kost de samenleving geld. Ondertussen worden er ook verzorgingshuizen gesloten en staan ouderen bij wijze van spreken op straat. Ten tweede: vandaag is een rapport van de VNG uitgekomen waaruit blijkt dat bijna de helft van de gemeenten verwacht dat ze te weinig zorgwoningen hebben in de toekomst bij de extramuralisering die aan de gang is. Twee indicaties die aangeven dat we als samenleving hard aan de slag moeten. Partijen moeten met elkaar in gesprek: de transitie moet sneller.”
“We hebben een transitieopgave waarbij we heel veel mensen in beweging moeten krijgen”, verklaart Norder. “We staan nog maar aan het begin van de verandering; daar zijn we nog jaren mee bezig. Heel veel wetten en regels vanuit volkshuisvesting en zorgkolom passen niet goed in elkaar. Dat geeft veel problemen en knelpunten. En die lossen we met elkaar pas in de loop van een aantal jaren op.”

Welzijn

Veel  publieke belangstelling voor dit panel.

Terugkijkend constateert Marnix Norder dat het heel apart was dat wij als enige land ter wereld welzijn, maaltijden en wonen financierden via de zorg. “Dat is nu uiteen getrokken in wonen en zorg. Tegelijk is die zorg beperkt tot echte zorg. Alles wat niet zorg is, valt daarbuiten. Denk daarbij aan dagbesteding, maaltijdzorg, vormen van gezelligheid, sociale geborgenheid of andere zaken waar veel behoefte aan is. Een zorginstantie kan deze extra’s doorgaans niet meer financieren. De financieringsstroom die daar achter zat, bestaat niet meer. Een woningcorporatie wil de verhuur van die woningen wel op zich nemen, maar voor de exploitatie van de strip onderin het gebouw waar veelal de ontmoetingsruimten gelegen zijn ontbreken de financiële middelen. Het welzijn van ouderen komt hiermee enorm in de knel.”

Kernwaarden

“Met het sluiten van verzorgingshuizen en de veranderingen in de ABWZ komt er nog heel wat ellende op ons af”, voorspelt Eric Borggreve, manager Wonen & Zorg Vestia.

Eric Borggreve. “Met het sluiten van verzorgingshuizen en de veranderingen in de ABWZ komt er nog heel wat ellende op ons af”, voorspelt manager Wonen & Zorg bij woningcorporatie Vestia. Met 500.000 vierkante meter zorgvastgoed (goed voor € 50 miljoen huur en in WOZ termen een half miljard euro vastgoedwaarde) in ruim 250 complexen van kleinschalige huizen zoals Thomashuizen en Herbergiers tot woonzorgcentra in diverse vormen van wonen & verblijf, is Vestia een grote speler in de woningmarkt.
“Vestia heeft in het verleden tal van initiatieven genomen en speciale woningen gebouwd voor senioren: kleiner en duurder en in een andere buurt. Dat werkte niet”, verklaart Borggreve. “De oudere bleef zitten waar hij/zij zit. Klaarblijkelijk willen mensen niet bijtijds voorsorteren of wij doen het verkeerd. Uit onderzoek blijkt dat er drie kernwaarden zijn waar iedere product/marktcombinatie in ouderenhuisvesting aan moet voldoen: 1) Veiligheid, liever geen begane grond; 2) Ontmoeting, maar niet opgelegd en 3) Eigen regie, zolang het kan.”

Een langer gezond leven

‘One-size-fits’ bestaat volgens Borggreve niet meer en er is een veel beter inzicht in kosten en baten. “Wenkende perspectieven zijn ‘gespikkeld wonen’; groepswonen in een ruimer verband waarbij mensen verspreid in een groter gebouw wonen en toch iets met elkaar delen. Zo ook bij ‘beschermd wonen’, een vorm tussen intramuraal en extramuraal.”
Nieuwe arrangementen die aanslaan zijn patiowoningen, thuishuizen en moderne hofjes waar welzijn en diensten onderling of met hulp van vrijwilligers wordt geregeld. “Met kangoeroewoningen hebben wij slechte ervaringen, het blijft lastig, want op het moment dat de buidel leeg is moet ook de kangoeroe verhuizen”, zegt Borggreve die gelooft in ondernemerschap zoals hij dit ziet bij de Herbergierhuizen waar de ondernemer zelf woont en zorgt voor zijn medebewoners. “Duidelijk is dat wij gemiddeld allemaal ouder worden. Maar tachtig procent van de mensen krijgt nooit met zorg van doen. We praten niet alleen over langer leven, maar vooral over langer gezond leven waar het niet langer gaat over risicomijding maar over risicoacceptatie. En heel belangrijk: vroeger stond de overheid met man en macht voor je klaar, nu zegt diezelfde overheid, doe het zelf.”

Tromp Bakker: “We hebben nu de gemeente en de wooncorporatie gehoord, Hoe denkt Jeroen Kingma als de representant van de commerciële markt, de investeerders, hierover?

Wat willen mensen?

“Wij zien bij onze projecten in de ouderenzorg dat het vooral gaat over wonen en minder over zorg”, zegt Jeroen Kingma, directeur Vitaal Zorgvast (midden).

Jeroen Kingma is directeur van Vitaal ZorgVast, een dochteronderneming van Koninklijke BAM: “Wij richten ons op het ontwikkelen van huisvestingsoplossingen voor zorgorganisaties, maar wij zien bij onze projecten in de ouderenzorg dat het vooral gaat over wonen en minder over zorg. Een steeds grotere groep mensen vraagt zich af: ‘Wat doet wonen voor mij in de wellicht laatste stap in mijn wooncarrière?’. Deze doelgroep, de zogenaamde babyboomers, is groot geworden in de flowerpowertijd en kijkt met een heel ander perspectief naar ouder worden en actief blijven. Deze groep heeft duidelijke wensen, is sterk georiënteerd op comfort en wat er bij hun leefstijl past. Dat vraagt om doelgroep gericht maatwerk. Dus moeten wij met andere oplossingen komen.”

Het aardige van het verhaal wat Marnix vertelt is volgens Kingma dat Norder uit gaat van een ontwikkeling in de samenleving. “Maar als je woningen wilt ontwikkelen doe je dat echter voor specifieke mensen, die hebben wat minder met die algemene ontwikkeling. En wat willen die mensen? Als aanbieder heb je te maken met een enorme diversiteit van wat mensen zoeken. We zien een enorme behoefte aan eigen regie die een beetje op gespannen voet staat met het feit dat naarmate je ouder wordt een bepaalde mate van regieverlies krijgt. Omdat je conditie wellicht wat afzwakt of als je wat welvarender bent verwacht dat er een aantal dingen voor je geregeld worden. Wat het lastige is van de groep die er aan komt is dat deze groep veel meer gewend is om vanuit eigen overweging zijn eigen zaken te organiseren. Wij denken wel dat deze groep het allemaal zelf zal kunnen, maar dat is een overschatting. Om het voor ons als ontwikkelaar grijpbaar te maken zullen we in wijken heel specifiek moeten kijken naar wat voor mensen daar wonen. Wat is hun motief om in beweging te komen en hoe kunnen wij antwoord geven op wat hen aantrekt? Primair staan vrijwel altijd wonen, veiligheid en ruimte voor eigen regie. Waarbij zorg wel in de directe omgeving georganiseerd moet zijn, maar dan meer als een randvoorwaarde die men in de achterzak meeneemt.”

Welzijn

“Daarbij moet je ook een onderscheid maken tussen de groep die door woning-corporaties en gemeentes wordt bediend, waar het welzijnsvraagstuk een essentieel probleem is”, zegt Kingma. “Maar wij zien ook de groep die daarboven zit, die financieel de ruimte heeft om een appartement aan te schaffen en nog goede stappen kan maken om met de kwaliteit van leven bezig te zijn. Welzijn bestaat er niet uit dat je iemand een dagbesteding geeft of bedient met allerlei vormen van dienstverlening. Volgens mij gaat het erom dat je als corporatie, gemeente en marktpartijen een setting in een wijk weet te organiseren waar zodanig veel te doen is dat mensen uit huis komen, dat ze betrokken blijven bij hun omgeving. En dan is de vraag wie is oud? Dat wordt dan wat moeilijker te beantwoorden. Dat is sterk afhankelijk van de fysieke toestand waarin iemand verkeert en zijn/haar vermogenspositie plus de vraag of iemand een bepaalde bereidheid heeft om iets wel of niet te doen.”
“Ik ken veertigjarigen die echt oud zijn en heel vitale negentigers die top zijn en midden in de samenleving staan”, reageert Eric Borggreve droog. “Ik zou oud nooit als onderscheidend criterium marketingtechnisch in de markt zetten. Een voorbeeld: een tachtigjarige tekende bij mij in op een flat die pas over anderhalf jaar wordt opgeleverd. Ik vond het een beetje moeilijk om hem daarop aan te spreken, maar toch: ‘Ik ben niet van plan om dood te gaan’, was zijn antwoord.”

Wet en regelgeving

Tromp Bakker, directeur V.C.F. (Moderator)
“Het is een ingewikkelde operatie die veel consequenties heeft. want als een verzorgingshuis sluit, zijn de mensen die er omheen wonen niet verdwenen”, aldus Marnix Norder.

Tromp Bakker: “Vaak hoor je de klacht dat projecten niet van de grond komen vanwege de ingewikkelde regelgeving en trage overheids-mechanismen.”
Marnix Norder: “Regelmatig spreek ik staatssecretaris Van Rijn en minister Blok. Dat doen we om te kijken ‘hoe gaat het’, ‘wat moet er worden veranderd in wet en regelgeving’ en ‘wat moet bij partijen worden aangepakt om te zorgen dat de transitie ook echt snel van de grond komt’. Het is een ingewikkelde operatie die veel consequenties heeft. Als gemeente kun je boos of geïrriteerd worden of je kan kijken hoe je het voor elkaar kan puzzelen. Want een verzorgingshuis kan sluiten, maar de mensen die daarnaast in een aanleunwoning of in een gewone huurwoning wonen zijn niet verdwenen. Je moet ervoor zorgen dat je ergens in dat gebied, misschien wel in de plint van dat pand iets organiseert zodat je een dagbesteding hebt, een maaltijdservice of andere vormen van bezigheid. Misschien een gezondheidscentrum of een bibliotheek, dat soort zaken. Vergeet dan ook brandveiligheid, sociale veiligheid en de rollatorafstand niet als je daar toch over aan het nadenken bent. Met andere woorden: de gemeente, de zorgaanbieder, de woningcorporatie en de welzijnsorganisatie moeten met elkaar om tafel om tot goede afspraken te komen in dat gebied, die buurt en die wijk.”

Frontrunners

“De gemeenten zijn voor 100% verantwoordelijk voor het welzijn van ouderen”, zegt Marnix Norder. “Dat is nog niet bij alle gemeenten doorgedrongen”

“Gelukkig zijn er ook frontrunners”, vertelt Marnix Norder. “Er is een landelijke kopgroep van twintig, dertig organisaties die voorop lopen en ook combinaties maken. Dat is gepubliceerd door Platform 31 en het kenniscentrum ActizAedis die nauw samenwerken om te volgen hoe die kopgroepen zich organiseren en waar ze tegenaan lopen. Daarachter zit het grote peloton van 400 gemeentes en ongeveer even zoveel corporaties en nog meer zorgaanbieders die zich afvragen: hoe moet ik het doen? Belangrijk is dat alle partijen inzien dat ze het in hun eentje niet redden. Dat ze goed kijken naar ‘waar ben ik en waar ben jij sterk in?’. Een corporatie is goed in het aanbieden van woningen en een zorgaanbieder in het leveren van zorg. Dan adviseer ik: ‘Schoenmaker blijf bij je leest’ en zoek een oplossing die in het verlengde ligt. Dat is puzzelen. Dagelijks word ik gevraagd om bij een gemeente of bij een situatie aan te schuiven en te adviseren. Dat kan soms uitmonden in harde woorden, zoals: “Je moet toch nu wel gaan bewegen anders gebeurt er niets.”

Wat doet Stijlvol Ouder?

Jeannette Dijkman, directeur Stijlvol Ouder

“Stijlvol Ouder is een organisatie die gespecialiseerd is in onderzoek naar wonen, welzijn en zorg voor ouderen”, legt Jeannette Dijkman, directeur ‘Stijlvol Ouder’ uit: “Wij hebben een achtergrond in onderzoek, PR, communicatie en marketing, daarmee willen we bereiken dat de ouderen als klant en doelgroep serieus wordt genomen.”
“In de gemeente Den Haag zijn we in samenwerking met USP Marketing Consultancy, gesponserd door de gemeente, woningcorporaties, zorginstellingen en investeerders een uitgebreid onderzoek aan het houden onder de titel ‘Hoe willen Haagse ouderen wonen?’ Uit de onlangs gehouden groepsdiscussies per wijk komen zaken naar voren als: 1) Een opvallend grotere behoefte aan collectiviteit (ontmoeten) en 2) het middensegment maakt zich grote zorgen over beschikbare en betaalbare woningen.
We starten nu het kwantitatieve deel van het onderzoek. Met deze resultaten houden we nog een rondje groepsdiscussies met de doelgroep, de 65-plusser. Het onderzoek is eind augustus gereed.

Als u op de hoogte wilt blijven over dit onderzoek of wilt participeren, Bel 070 260 1200 of mail naar email hidden; JavaScript is required of ga naar: www.stijlvolouder.nl