Bejaardenhuis? Babyboomers maken zelf uit hoe ze wonen (artikel in FD)
WONINGMARKT
Senioren van nu wonen veel vaker en langer zelfstandig, en willen zelf bepalen hoe dat eruit ziet. Dat leidt tot innovatieve, zelfgeorganiseerde woonvormen. En het levert een grote markt op voor beleggers en ontwikkelaars
Peter Prak kent iedereen bij naam in de kleine wijk in het noorden van Zwolle. Hij leidt rond door het complex met lage woningen van bruine en grijze bakstenen. De tuinen kijken uit op twee hofjes met een groot grasveld in het midden. In een daarvan blijft Prak staan om met een aantal bewoners te overleggen over de net geplante struiken.
De 51-jarige Prak is initiatiefnemer van de Knarrenhof, een wijk van 48 koop- en sociale-huurwoningen voor senioren. Ze bieden een thuis aan mensen op leeftijd die zelfstandig willen wonen, maar wel op zoek zijn naar een binding met hun buren, en naar ondersteuning als dat nodig is. De wijk in Zwolle is de eerste van ongeveer 25 projecten die Prak door heel Nederland heeft gepland. Zijn team bestaat verder uit een gepensioneerde directeur van Staatsbosbeheer, een voormalig verpleegkundige en een architect.
In het kort
- Babyboomgeneratie woont langer op zichzelf maar zoekt wel woonvormen met meer sociale binding.
- Knarrenhof in Zwolle is kleinschalige wijk met seniorenwoningen. Er moeten er 25 in Nederland komen.
- Projectontwikkelaars en beleggers zien grote markt in zorgvastgoed.
- Seniorencomplexen kampen vaak met imagoprobleem.
Projecten als de Knarrenhof spelen in op de steeds groter wordende vraag naar seniorenwoningen nieuwe stijl. Nederland telt zo’n 1,3 miljoen 75-plussers. Naar verwachting zijn dat er 2,1 miljoen in 2030. Tegelijkertijd neemt het aantal plekken in verzorgingshuizen snel af, omdat de regels voor de opname veel strenger zijn geworden. Binnen afzienbare tijd zullen ze niet meer bestaan. Alleen senioren die zeer hulpbehoevend zijn, komen nog in aanmerking voor verpleeghuiszorg.
‘De overheid heeft gefocust op langer thuis wonen, maar over een aantal consequenties niet nagedacht’, zegt Erwin Drenth, directeur ‘dutch healthcare investments’ bij institutionele belegger Bouwinvest. Veel senioren zitten vast in een huis waarvan ze het onderhoud niet meer aankunnen, waarvoor ze trappen moeten lopen of waar ze vereenzamen. Vaak beginnen ze rond hun 75ste met zoeken naar een alternatief. Maar omdat er weinig aanbod is, is dat vaak te laat.
Grotere markt dan winkelvastgoed
Voor investeerders levert dat een flinke markt op. Volgens Drenth bedraagt de totale markt voor zorgvastgoed op dit moment ongeveer €85 mrd. Behalve woningen voor senioren horen daar bijvoorbeeld ook ziekenhuizen bij. Het Economisch Instituut voor de Bouw berekende in 2015 dat de totale oppervlakte van het zorgvastgoed dat interessant is voor beleggers 34 miljoen m² bedraagt. Dat is groter dan de markt voor winkelvastgoed, een van de traditionele beleggingscategorieën in de sector.
75-plussers zijn een koopkrachtige doelgroep, want vaak hebben ze een eigen huis dat ze verkopen. Ze weten wat ze willen. Ook al zouden traditionele verzorgingstehuizen nog bestaan, de babyboomers zouden er in geen geval willen wonen. Ze willen hun eigenheid behouden. ‘Ook al ben je 70 of 75, in je hart wil je nog dezelfde dingen doen als toen je 40 was’, zegt Jeannette Dijkman van Stijlvol Ouder, een onderzoeks- en adviesbureau over ouderen. Eerder deze maand sprak ze op een conferentie die vakblad Vastgoedjournaal aan het onderwerp wijdde.
Ondersteuning bij elkaar
In de Knarrenhof in Zwolle is de jongste bewoner 53, de oudste 87. ‘Ik wil de regie zo lang mogelijk houden’, zegt een bewoner die niet met zijn naam in de krant wil. Hij is met zijn vrouw naar het hofje verhuisd, omdat hun oude woning te groot werd en ze meer ondersteuning zochten. Zo heeft een buurman laatst een douchecabine aangelegd. Zelf haalt hij regelmatig een andere bewoner op van de dagopvang.
‘Ik wil samen dingen doen, en er voor elkaar zijn’, zegt een buurvrouw. Samen met haar man verhuisde ze vanuit de buurt naar het project. Ook met de gedachte dat als een van hen er niet meer zou zijn, de ander niet alleen achter zou blijven. De nieuwe buren bepalen samen de inrichting van de tuinen en het gemeenschapshuis tussen de twee hofjes. Allemaal zijn ze lid van de vereniging, en het bestuur van de hofjes bestaat uit bewoners.
Informele zorg
De Knarrenhof is een zelf georganiseerd project, dat zwaar leunt op de inzet van vrijwilligers. Prak is een aantal jaar geleden gestopt als projectmanager in de bouw om zich volledig op de hofjes te kunnen richten. Maar ook commerciële partijen bieden woningen waar ruimte is voor eigen inbreng en gemeenschap. Adviesbureau Kilimanjarowonen helpt groepen bijvoorbeeld hun eigen wooncomplex op te zetten of een oud gebouw te transformeren.
In Schiedam heeft ontwikkelaar Blauwhoed een complex met bungalows en woningen voor senioren neergezet, waarbij belangstellenden tijdens workshops mee konden doen met ontwerpen.
Woningcorporatie Habion transformeert door heel Nederland bestaande verzorgingstehuizen naar appartementen voor senioren, en bouwt nieuwe woningen. De complexen hebben ontmoetingsruimtes en voorzieningen zoals een restaurant, bibliotheek of kapper. In een aantal gebouwen wonen senioren en studenten door elkaar. Handig, want dan kunnen de jongeren nog eens een boodschap doen voor hun buren op leeftijd. ‘De informele zorg gaat de formele zorg vervangen’, zegt Peter Boerenfijn, directeur van Habion, bij het congres van Vastgoedjournaal.
Yogalessen
Ook al is er een grote behoefte aan woningen voor senioren, ze kampen wel met een imagoprobleem. ‘Jongerenhuisvesting is heel sexy. Maar het thema senior living scoort niet’, zegt Ronald Huikeshoven, directeur van gebiedsontwikkelaar AM. Volgens hem is dat een van de redenen waarom gemeenten nog te weinig locaties beschikbaar stellen voor woningen die geschikt zijn voor 75-plussers. Senioren zelf willen niet verhuizen naar een plek die expliciet ‘seniorenwoning’ wordt genoemd.
AM heeft daarom de zogenoemde ‘stadsveteraan’ als doelgroep bedacht, een vitaal iemand op leeftijd die samen met anderen in de stad wil wonen, en daar gebruik wil maken van voorzieningen als een bioscoop en een leuk café. Voor deze groep ontwikkelt AM samen met Woonzorg appartementen met gedeelde voorzieningen als logeerkamers, een terras en een ontspanningsruimte. Huikeshoven kwam naar eigen zeggen op het idee toen zich plotseling groepen senioren aan gingen melden voor een toren met appartementen die eigenlijk waren bedoeld als gedeelde woningen voor jongeren.
Wanneer maken senioren daadwerkelijk gebruik van de gemeenschappelijke voorzieningen? Volgens Dijkman gaat het erom dat bewoners de gedeelde ruimtes zelf invullen. ‘Het kan een ruimte met gezamenlijke wasmachines zijn, een logeerkamer of een gezelligheidsruimte. Of de bewoners kunnen yogales volgen’, zegt ze. Dat is niet altijd makkelijk, blijkt in de Knarrenhof in Zwolle. Daar is bijvoorbeeld niet iedereen het eens met de inrichting van de gemeenschappelijke tuin. Voor Prak en zijn team is dat reden ook na de oplevering betrokken te blijven bij de besluitvorming.
Grotere projecten
Voor beleggers is de kleinschaligheid van zelfgeorganiseerde projecten een probleem. Zij willen honderden miljoenen euro’s investeren, en zijn daarom niet geïnteresseerd in complexen met een paar appartementen. Bovendien is volgens Drenth de vraag zo groot dat grotere projecten noodzakelijk zijn. ‘Een hofje is een prachtig idee, maar als je die aantallen wil realiseren, moet je je richten op schaal’, zegt hij.
Volgens Jeannette Dijkman van Stijlvol Ouder passen grotere projecteb ook beter bij de wens van veel senioren om in de stad te wonen, waar de grond duurder is en compacter bouwen noodzakelijk. Die grootschaligheid hoeft volgens haar de zelforganisatie niet in de weg te zitten. ‘Het is een kwestie van steeds met bewoners praten’, zegt ze. ‘Veel ontwikkelaars denken dat zij weten wat goed is voor de mensen’.
Uiteindelijk geldt volgens Dijkman voor seniorenwoningen hetzelfde als voor andere huizen: mensen moeten er graag in willen trekken. ‘Je moet er verliefd op worden. Je moet denken: hier zou ik gelukkig kunnen worden.’
Lees ook